Bosbeheer

Natuurtechnisch bosbeheer volgens Mekelogisch Beheer

In een natuurlijk bos wisselen don­kere en lichte delen el­kaar af, ge­mid­deld be­staat zo’n bos voor 20% uit o­pen plek­ken en be­staat 30% van de biomassa hout uit dode bomen. Allerlei organis­men le­ven in en van dood hout en ma­ken gebruik van het licht dat op een o­pen plek op de bo­dem komt. Natuur­technisch bosbe­heer is ge­richt op het creëren van diversiteit, vari­a­tie, in een bos. Glo­baal gaat het daarbij om twee din­gen:

  1. creëren van open ruimte
  2. creëren van staand en liggend dood hout

Soms is met kleine aanpassingen aan het beheer op deze punten al veel te bereiken.

We hebben ervaring met de uitvoering van dit natuur­tech­nisch bosbeheer sinds 1977, door heel Nederland. We hebben ervaring in bossen op schraal duinzand en bossen op rijke klei, in bossen van ruim 200 hectare en tuinen van een halve hectare, met grote percelen en klei­nere struwelen en hagen. Graag stellen we onze ervaring aan u beschikbaar en ontwikkelen we samen met u uw bos tot een meer natuurlijk bos

Mekelogisch Beheer brengt het bos in balans

met een goede planvorming en natuurtechnisch bosbeheer.

Bomen pleksgewijs oogsten

Door bomen pleksgewijs te oogsten kan in een productiebos een afwisselend beeld ont­staan. Door alleen het bruikbare hout uit het bos af te voeren en het takkenhout te concen­treren kan er zonder veel extra kosten nestgelegenheid gecreëerd worden. De bomen aan de rand van de open plek zullen zich beter ontwikkelen door de ruim­te en het licht van de o­pen plek. Kleine ruimtes in het kronendak tussen de bomen zullen door de rand bomen bin­nen een jaar in beslag genomen worden. Open plekken met een diameter van minimaal 1 maal de boomlengte groeien minder snel dicht. Hier kunnen allerlei bosplanten als vinger­hoeds­kruid tot bloei komen. Zo ontstaat er een plek waar vlinders en andere insecten op een zonnige luwe plek kunnen leven en waar wandelaars meer kunnen zien dan enkel bomen.

dood hout

Dood hout essentieel

Voor de natuurlijke ontwikkeling van een bos is dood hout essentieel. Me­­­­­­­­zen en spech­ten leven bijvoor­beeld van de in  dood hout levende insec­ten. En ook voor pad­de­stoelen en op den duur voor va­rens en mossen is dood hout een voed­sel bron. Daar­naast bieden de houtsta­pels aan win­terkoninkjes en rood­borstjes nestge­legenheid net als aan egels, mui­zen en bunzingen. Bomen die op knie­hoog­­te zijn afgezet ge­ven een hage­dis de gelegenheid boven de vege­ta­tie volop in de zon te zitten. Bomen die op 2 meter hoogte worden afgezaagd leveren op den duur een stam waar een zwarte mees z’n nest in uit kan hakken.

Door bomen met wortel en al om te trekken of om te duwen is het net of ze door de storm geveld zijn. Er ontstaat een wortelkluit met een gat er achter, open grond als een geploeg­de akker met licht erboven doordat de bomen weg zijn. Het is een ideaal kiem­bed voor kruiden.

 

Grazers in het bos

Open plekken kunnen langer open blijven door grote grazers in te zetten. Deze die­ren vertragen de natuurlijke successie door opko­mende boompjes regelmatig te snoeien. Ook gras en andere vegetatie houden ze kort, waar­door er ruimte en licht op de bodem blij­ven voor de ontwik­keling van allerlei planten. Door de tak­ken en stammen barrières zullen er de­len van het bos niet of veel minder toe­gankelijk zijn voor de grazers Hier heb­ben al­lerlei boom­pjes wel de kans door te groeien. Wij hebben 700 van deze grazers en kunnen de begrazing voor u verzorgen.

Deze principes kunnen niet alleen toegepast worden in grote bossen, maar ook in kleine per­celen of bij struwelen of heggen.